Nu het kweekseizoen ten einde loopt, en je wilt je niet passief opstellen ten opzichte van je sport, komt nu de volgende stap: "Rui, opkooien, wedstrijd" Graag wil ik aan het verzoek voldoen om dit belangrijke gedeelte uitgebreid te belichten. Het spreekt vanzelf dat je de gekweekte vogels wel kunt beïnvloeden maar niet kan veranderen. Ik bedoel hiermee: vogels met te grof pigment worden niet fijner, te klein wordt niet groter en bont wordt niet zuiver. Wat kun je wel doen? Alle onhebbelijkheden noteren en selecteren, zodat voor de toekomst een betere kwaliteit verkregen wordt. Vooral voor beginners geldt: Laat je kweektechnisch goed voorlichten. Het spreekt bijvoorbeeld voor zich dat vogels die erg schuw zijn, ook jongen krijgen die daarmee belast zijn. Erfelijkheid gaat verder dan je denkt, maar op de keurtafel wordt daar geen rekening mee gehouden. We gaan vooraan beginnen.
De
rui
In wezen is dat voor een jonge vogel het ruilen van z'n jeugdkleed voor zijn echte kleurveren. Denk daarbij vooral aan goede voeding: zaad, krachtvoer, kalk, mineralen, sporenelementen. Zo zie je wat voor de één
goed kan zijn kan voor de ander helemaal fout zijn. Probeer overbevolking in je kooi of volière te vermijden. Dit voorkomt beschadigingen van de vogels. Veel ruimte, goede voeding en badwater staan borg voor een goede rui. Probeer verplaatsen van ruiende
vogels te voorkomen.
Opkooien
Opkooien is de tijd dat je de vogels gaat selecteren en africhten voor de wedstrijden. Eerst raadpleeg je de standaardeisen van de vogels die je
wilt opkooien. De exemplaren die de standaard het best benaderen, worden apart gezet. Zodoende bereik je dat je aandacht alleen naar deze vogels uitgaat. Maak je wedstrijdkooien grondig schoon, zilverzand, water en zaad. Bedenk dat je oordeel alleen maar goed
kan zijn als de omstandigheden dat ook zijn. Mooie vogels in vuile kooien of vuile vogels in mooie kooien zullen het beoogde doel niet bereiken. Wanneer je op een mooie najaarsdag je voorgeselecteerde vogels opkooit in schone kooien, wacht je een uurtje zodat
de stress, ontstaan door het vangen, enigszins verdwenen is. Daarna ga je volgens de standaardeisen de mooiste uitzoeken. Het hoeft geen betoog dat die daar het meest op lijkt als voorbeeld dient. Nu is het een zaak geworden van vergelijken met het voorbeeld.
Voor jezelf moet je een norm stellen, van: die is nog mooi genoeg voor de TT en die andere hoort niet op de wedstrijd. Wie wil ik opmerken, probeer het in ieder geval eerst zelf uit te zoeken: als je het aan een ander overlaat, zul je altijd afhankelijk blijven,
terwijl de echte tevredenheid je onthouden wordt. Wat je wel moet doen is praten met collega's. Daar leer je vooral van.
Naar de wedstrijd
In wezen niets anders dan de wedstrijdkooi
met de vogel in hoes of doos naar de plaats brengen waar de wedstrijd gehouden wordt. Alleen zul je op deze manier zelden of nooit de concurrentie kunnen verslaan. Het is dan ook een goede zaak dat de vogels enkele dagen voor de wedstrijd een wasbeurt krijgen.
Geef elke vogel de kans waar hij recht op heeft!
Succes, A.M.D Gerrits.