De bacteriën
Voor we verder gaan zullen we eerst de functie van de bacteriën bekijken. Bacteriën zijn ééncellige plantaardige organismen die zich ongeslachtelijk voortplanten door zich te delen. Ze bezitten ook geen celkern. Ze vermenigvuldigen zich altijd door zich overdwars te delen. Door de microscoop zijn vele soorten te onderscheiden. Bij het ene soort is de bacterie zelf gevaarlijk en het andere soort is gevaarlijk door z'n uitstoot van giftige stoffen (toxinen). Beiden kunnen ziekten veroorzaken. Bacteriën in het maagdarmkanaal zijn alleen maar aanwezig bij vogels met een blindedarm, waaronder de hoenders. Alle zwemvogels, duiven en zangvogels hebben geen darmflora, want ze hebben geen blindedarm. Bij deze vogels horen bacteriën niet in het darmkanaal thuis. Drinkplaatsen en de kwaliteit van het drinkwater zijn één van de grootste boosdoeners als bron voor bacteriën.
Micro-organismen zijn bij sommige vogels actief in het maagdarmkanaal. Ze zijn daar nodig voor de vertering van plantaardig en dierlijk voedsel. Deze organismen werken mee in de kringloop van het voortbestaan van het organisme. Er zal dan ook altijd een juiste balans moeten zijn tussen de goede en de minder in aantal zijnde slechte bacteriën. Door allerlei voedings- en milieuoorzaken zoals een te hoog vochtigheidsgehalte in combinatie met een te hoge temperatuur, kan de juiste balans wel eens danig verstoord worden en krijgen de ongewenste bacteriën de overhand. Bij vogels die normaal geen bacteriën in hun darm hebben, kunnen de bacteriën de darm slecht laten functioneren.
Er kunnen dan b.v. storingen optreden in het maagdarmkanaal. Het belangrijkst is er achter te komen met welke bacteriën men te maken heeft. Er zal onder deskundige leiding een bacteriekweek opgezet moeten worden zodat men de juiste bacteriën kan onderscheiden. Bacteriën ziekten zijn veelal met antibiotica te bestrijden.
Nu komen we op het terrein van de bacterioloog. Hij zal via proeven vast moeten stellen welke bacteriën op een bepaald, voor hen dodelijk, antibioticum zal reageren. Veelal zullen na het verstrekken van een antibiotica de goede met de ongewenste bacteriën vernietigd worden. En juist hier ontstaan de problemen voor menig vogelliefhebber. Veelal zullen antibiotica het delingsproces van bacteriën blokkeren en zo voorkomen dat bacteriën zich vermenigvuldigen. De aantallen lopen terug en er zal weer een juiste balans gevonden worden. De voorgeschreven antibioticum kuur moet ten alle tijden volledig toegediend en afgemaakt worden, ook als de ziekteverschijnselen al verdwenen zijn. De bacteriën kunnen zich namelijk verbergen, "latent" aanwezig blijven. Of stoppen met delen en zo het antibioticum niet "inbouwen". Als dan het antibioticum weg is, gaan ze weer delen. Zodra de vogel in een slechtere conditie raakt zullen zij zich weer presenteren. Pas nooit zomaar of uit voorzorg een antibioticakuur bij uw vogels toe. Sommige bacteriën worden namelijk onge- voelig, resistent, voor antibiotica en als de bestrijding werkelijk nodig is, helpt een antibi- oticum kuur niet meer.
Tevens wordt bij de toediening van een antibioticumkuur, als er gebruik wordt gemaakt van sulfanomiten, het vitaminegehalte in het vogellichaam afgebroken. Een antibioticumkuur kan dus een breedwerkend vitaminepreparaat bevatten wat gelijktijdig met de kuur of erna toegediend kan worden. Om geen resistente bacteriën te krijgen moet men nog wel eens van preparaat wisselen.
E. Colibacterie
Eén van de meest frustrerende ervaringen in de liefhebberij is wel, als er jongen die nog in het nest liggen op onverklaarbare wijze ziek worden of dood gaan. Allereerst moeten we een duidelijk verschil gaan zien tussen massale sterfte of af en toe een jong, iets dat altijd kan gebeuren. Als er hele broedsels ten onder gaan, zal ons gevoel ons ingeven dat er nu echt iets mis gaat met de kweek.
Eén zo'n probleem kan gemakkelijk ontstaan als men het niet zo nauw neemt met de hygiëne in het hok, niet al te fris zaad voert of niet op tijd zorgt voor schoon drinkwater. De veroorzaker is dan de coli bacterie (escherichia). E coli is een bacterie die in de darmen van
de vogel aanwezig kan zijn. Door de eerder genoemde oorzaken krijgen deze colibacteriën bij verzwakte jongen de overhand.
E coli is vaak in de darm aanwezig. Wanneer de colibacterie echter zodanig verandert dat ze zich tegen de natuurlijke weerstand in ontwikkelen, dan zij ze bij de jonge vogels de veroorzakers van een darminfectie. Omdat de colibacterie de darmvlokken blijvend beschadigen, kan er door de darmvlokken geen voedsel en water meer opgenomen worden en de ontlasting verlaat dan als een dunne substantie het darmkanaal. Er kunnen geen vliesjes meer om de ontlasting aangelegd worden. De oude vogels kunnen de pakketjes niet meer aannemen en de dunne diarree loopt vervolgens zo in het nest. Vandaar het nat worden van het nest, de jongen en veelal ook de oude vogels. Een bijkomstigheid is dat er tengevolge van diarree bij nestjongen een vochttekort zal optreden. In een later stadium zal er bloedvergiftiging en luchtzak ontsteking op kunnen treden. Een extra oorzaak is ook nog dat het heerlijk warm is in het nest en dus een uitstekende kweekplaats voor deze colibacterie is. Ingrijpen is hier snel op z'n plaats. Pas een juiste antibiotica kuur toe. Geef ze schone nesten, was de jongen af met lauw water en droog ze zo nodig, al zijn de jongen meestal ten dode opgeschreven. Zorg voor voldoende wateropname, extra nat (maar schoon )opfokvoer of tijdelijk groenvoer zoals vogelmuur. Oude vogels kunnen meestal weerstand bieden aan een colibacterie explosie. Wat belangrijker is, u zult zelf, als dit meerdere keren voorkomt, de oorzaak van het ontstaan moeten verhelpen. Een dierenarts raadplegen is nodig om de juiste antibiotica te kunnen bepalen. E. coli kan altijd aanwezig zijn, men moet het echter altijd onder een tolerantiegrens houden. Zelfs met medicamenten is de bacterie niet geheel tot nul terug te brengen.
Verder moet u beter bij uzelf gaan zoeken wat u fout gedaan hebt. Voor coli hoeft men geen viespeuk te zijn, het kan ook gewoon in het bereiden (hygiëne) van het opfokvoer zitten. Dan nog een goede raad Als de nesten gecontroleerd moeten worden, kijk altijd met uw rechteroog naar de jongen en met uw linker naar de ontlasting. Zo geven de uitkomsten van 2 ogen een gezond beeld voor de toekomst.
Campylo Bacter Bacterie
De campylo bacter bacterie is een probleem waar de vogels eigenlijk niets aan kunnen doen. Dit ontstaat als de vogels besmet of geïnfecteerd voer voorgeschoteld krijgen. o.a. Bij slecht zaad of kiemzaad krijgen soms na verloop van tijd deze campylo bacter bacterie de overhand. "Let wel" De overhand. De campylo bacter bacterie is vaak al in het darmkanaal aanwezig. Maar door steeds slecht of eenzijdig voer toe te dienen krijgen de vogels minder weerstand en zal een explosie van deze bacterie tot gevolg hebben. De jongen sterven al na 3 tot 5 dagen in het nest. De darmen zijn rood gekleurd opgezet waarin dikwijls onverteerbare zaden zichtbaar zijn.
De oude vogels houden het een poosje langer uit maar gaan uiteindelijk na 2 tot 3 weken ook ten gronde. De ontlasting is dan meestal egaal bruin. Om zekerheid te krijgen is een mest onderzoek nodig. U koopt dan het juiste geneesmiddel die u voorgeschreven krijgt. Zo kan de rest van het vogel bestand gespaard worden. Dan kan na verloop van enkele maanden de kweek hervat worden.
Toch gaan we nog even terug naar de oorzaak. Er was hier sprake van een besmetting van bijna alle tropische vogels en wel in allemaal verschillende kweek ruimtes. Een verstandige kweker kan dan maar èèn conclusie trekken. Deze kan bij zich zelf te rade gaan, en zeggen, "Wat heb ik fout gedaan?" Wat is er mis gegaan? Ik heb onbewust een voedingsbodem voor deze bacterie bij mijn vogels gekweekt. Met een beetje kennis en aandacht voor uw hobby zullen na verschillende redeneringen de gemaakte fouten boven tafel komen. Fouten moet men eerst maken om tot een beter inzicht te komen. En dan: vertel gerust uw collega kweker wat u fout gedaan heeft. Hij leert hier weer van U. Met schade en schande is goed te leren voor de toekomst.
Megabacterie/ Coing Light Disease
Een probleempje kan er nog wel eens ontstaan als de mega bacterie de kop opsteekt. Deze bacterie begint in de kliermaag. De klierwand gaat ontsteken en zal minder verteringszuren produceren die nodig zijn voor het verteren van het zaad. In ernstige gevallen zitten er nog onverteerbare zaden in de ontlasting. Onder deskundige leiding zal de bacterie aangetoond kunnen worden onder een microscoop. De mega bacterie is echter ongevoelig voor de meeste antibiotica. Hygiëne is hier erg belangrijk. Om de maag te ontzien het liefst wat zacht voer
geven. b.v. gemengd met wat biogarde yoghurt om het zure klimaat in de maag weer wat op pijl te brengen. De sterfte onder de vogels is nooit massaal. Ze gaan meestal dood aan conditie verlies komt meestal voor bij kanaries en grasparkieten. In sommige gevallen heeft een behandeling met anti schimmel middelen succes. Belangrijk blijft gemakkelijk verteerbaar voer te geven om de kwetsbare periode te overbruggen.
- Sterk vermagerde vogels, erg lusteloos. De vogels worden letterlijk lichter en soms een gele kleur.
- Alle leeftijdscategorieën
- Chronisch verloop.
- Het voedsel wordt slecht verteerbaar. (Maagwand aangetast).
- Afweersysteem wordt zwakker.
Diagnose via bacteriologisch onderzoek.
Zwarte Stip. Zwarte stip is een symptoom, geen ziekte.
Oorzaak: verschillende ziekten, waaronder stress (90%). Gaat mee in het ei, jong geboren met stip.
Therapie 1: 1 afgestreken theelepel "Tylosine" per liter water, 5 tot 10 dagen.
Nadeel: erg bitter van smaak, bij voorkeur wat zoetjes door het water mengen. Tijdens de kweek nogmaals herhalen.
Therapie 2: het geven van appelazijn door het drinkwater, 2cl per liter drinkwater. Frequentie: constant.
Salmonella bacterie
Zoals we al eerder gezegd hebben, moeten we als liefhebber van onze vogels altijd alert blijven op de kleur van de ontlasting. Is deze groen en aan de dunne kant, dan kunnen we wel eens te maken hebben met de salmonella bacterie. Deze is de veroorzaker van paratyfus. Typisch een ziekte die het gevolg kan zijn van slechte hygiëne, huisvesting of een slecht aankoop beleid. Daarbij worden we vooral geholpen door een aantal overbrengers zoals vogels van buiten de volière. Bijvoorbeeld verwilderde duiven, mussen en vinken kunnen door middel van hun ontlasting die in de volière terechtkomt deze bacteriën overbrengen. Toch wordt er volgens mij teveel naar deze vrij rond vliegende vogels gewezen. Dit terwijl men zo gemakkelijk nieuw gekochte vogels zo maar tussen de anderen zet, zonder deze zelfs maar enige dagen ter observatie in een aparte kooi te zetten.
De salmonella bacterie wordt overgebracht door direct of indirect contact met besmette dieren. Ook kunnen de salmonella bacteriën voorkomen in fabrieks- of handmatig geproduceerd kracht- en/ of opfokvoer. We hebben hier ook te maken hebben met dragers. Dit zijn vogels die de ziekten bij zich hebben maar er uiterlijk niet aan lijden. Zij kunnen deze wel over brengen op andere vogels door o.a. het voeren of via hun ontlasting. Zij gaan na een incubatie tijd van enkele dagen er bol en soms zelfs rillerig bij zitten. Dit komt het meeste voor bij de wat jongere vogels. De besmetting verspreid zich via het bloed en er treden ontstekingen op in de lever en milt ook ontstaan er ademhalingsmoeilijkheden.
Zieke vogels zijn meestal op of in de voerbakken te vinden. Zij eten weinig, pellen hun zaad niet meer en hebben veel dorst door vocht verlies. Er treedt een sterke diarree op. U begrijpt het al, dit gebeurd allemaal rond de voer- en waterbak, bij uitstek een plaats waar mede bewoners besmet worden door deze bacterie.
Bij duiven zien we een andere vorm van salmonella bacteriën. Hierbij worden de geslachtsorganen aangetast met als gevolg: de mannen bevliegen de popjes wel, maar bevruchten ze niet. Popjes met ontstoken eierstokken produceren besmette eieren waarin de embryo's meestal afsterven. Dit is zichtbaar in het ei als er een rode streep doorheen loopt. Ook kan een besmetting van paratyfus gewrichtsontsteking veroorzaken in zowel de vleugel als poot. Er treed dan een verstijving in de gewrichten op.
Worden we geconfronteerd met één van de vele darmsalmonella's dan zullen we ten alle tijden deskundige hulp in moeten roepen om een mestonderzoek te laten doen om vast te stellen met welke soort van salmonella bacterie we te maken hebben. Daarna kan het juiste antibioticum een oplossing bieden voor deze ziekte die vrijwel bij alle soorten van vogels voor kan komen. De ziekte komt het meeste voor bij duiven. Hier is vaccinatie toe te passen.