Licht, temperatuur en zuurstof

Goudkeelhoningzuiger

Goudkeelhoningzuiger

Als we vogels kweken moeten we soms om diverse redenen veranderen van "natuurlijke eigenschappen".

Dit wil zeggen dat wij bepalen voor onze vogels hoe en in welke omstandigheden de vogels moeten huisvesten en zich kunnen voortplanten. Het kan voorkomen dat men genoodzaakt is door werkzaamheden en of vakanties. Of omdat men gewoonweg niet zo lang kan wachten alvorens aanvang te nemen met de kweek. De vroegkweker hoeft zeker niet slechter te kweken als de latere ofwel de natuurlijke kweek (vanaf half maart). Als uw vogels maar een voldoende leeftijd hebben, voldoende rustperiode hebben gehad, tevens een goede uitgebalanceerde voeding en de leeftijd van de vogel zou toch ongeveer minstens10 maanden moeten zijn. Hou wel als voorbeeld in je achterhoofd dat welke goede wielrenner ook, die zich in de winterperiode niet goed verzorgt, zeker in het voorjaar geen klassieker zal winnen. En dat onze kanarie vogel die vanaf onze ruiperiode weinig rust en verzorging kreeg, in het voorjaar weinig of geen jongen zullen groot brengen. Laat ons eerlijk zijn hoeveel van onze collega vogelkwekers beginnen in januari te kweken en zijn soms begin augustus nog bezig. En zo jaar in jaar uit. En steeds maar klagen over een slechte kweek ofwel een slecht gemiddelde. Maar ik betwijfel of deze kwekers op de goede weg bezig zijn. Wat we zeker als kweker in de gaten moeten houden bij de vroege kweek is:

-LICHT

-TEMPERATUUR

-ZUURSTOF

Het licht:

Selectieve kweek gebeurt nu eenmaal in een speciaal daarvoor gemaakte kweekhokken (ruimten). Dit wil zeggen dat in deze ruimten kunstmatige verlichting een noodzaak is. Men zal ook moeten zorgen voor zo veel mogelijke natuurlijke licht inval. Dit kan door voldoende ramen of een lichtkoepel te plaatsen in het dak. Diegene die nu vroeg willen gaan kweken zullen de natuur moeten gaan nabootsen. Zij zullen dan de verlichting moeten gaan automatiseren dit kan erg makkelijk met een tijdschakelaar met daar aan verbonden een TL verlichting en een 10 watt lampje dat aan gaat als de TL verlichting uit gaat. Dit om te voorkomen dat de vogels in een compleet donker hok komen te zitten als het licht uitspringt en zodoende het nest niet meer kunnen terug vinden, met alle gevolgen daar aan verbonden. Door deze licht installatie goed in te stellen gaan we de natuur nabootsen (vervroegen). Wij zien dit verschijnsel ook in de natuur als de dagen na de winter beginnen te verlengen, Ook dan beginnen de vogels van zich te laten horen. Dit zelfde gaan we nu na doen in onze kweekruimten.

Hiervoor zijn 2 manieren:

In een periode van ongeveer 7 weken voert men wekelijks het licht op met ongeveer 1 uur totdat men zit op een lichttijd van ongeveer 16 uur (broedcyclus) bijvoorbeeld; licht aan 's morgens om 5.00 uur licht uit 21.00 uur. Uiteraard uitgesmeerd over een periode van ongeveer 6 weken. Denk er aan dat na het uitspringen van de verlichting er een nacht lampje gaat branden (+/- een half uur)

Geef je vogels direct een aantal lichturen van 15 uur. Men krijgt dan het zelfde effect alleen zal de hypofyse van onze kanarie vogels sneller gaan werken. (mits uw vogels de juiste leeftijd hebben en een goede conditie) Deze vogels zullen eerder in broedconditie zijn, ongeveer al op 3 1/2 week. Let wel dat bij deze methode de poppen eerder in conditie zijn dan de mannen, deze hebben ruim een week meer licht en aandacht nodig. Plaats daarom je mannen ruim een week eerder in de kweekkooi met op de achtergrond je poppen zodat de mannen deze goed kunnen horen. Een enkele opmerking wil ik u nog meegeven, schakel ook tijdens deze methode uw tijdklok in, laat deze op de gestelde uren staan (totaal 16 lichturen) Doe nooit aan tijdschommelingen. Wijzig ook nooit de tijd met het instellen van de zomer tijd.

Laat de ingestelde tijd staan. Hou rekening met het instellen van je tijdklok dat de klok nog een keer een uur vooruit gezet moet worden bij het in stellen van de zomertijd. En dat je daarom 's morgens een uur eerder in je kweekhok bent en dat dan het licht al ruim een, 1/2 uur aan is.

Warmte (temperatuurregeling)

In het algemeen kunnen we stellen dat onze kanaries vrij goed tegen temperatuur schommelingen kunnen, tegen tocht zijn ze iets minder bestand maar ook dat kunnen ze vrij goed verwerken, maar ik adviseer toch om tocht te vermijden. Het is ook daarom dat we onze kweekvogels in de winter niet hoeven bij te verwarmen. Het is beter voor de natuurlijke selectie van onze vogels als ook voor de spijsvertering. De kweekvogels uit zo'n hok zijn sterker en beter uitgeselecteerd dan vogels uit een verwarmd hok. Want hier zullen eventuele zwakke vogels het ook overleven en deze zullen dan hun problemen geven tijdens of voor de kweek. Alle vogels bij ons in het hok of in de natuur reageren en komen allemaal in broedconditie door het verlengen van het aantal lichturen. Warmte is niet zo belangrijk hierin. Ook al is het in het voorjaar nog niet zo warm, vele vogels hebben al een nest en of eieren. Het zal uiteraard voor iedereen duidelijk zijn, dat wanneer men in januari wil gaan kweken, men de kweekruimte zal moeten verwarmen tot ongeveer 18 graden, anders zullen de eieren onderkoeld worden en niet uitkomen. De manieren om je kweekhok te verwarmen zijn erg groot, maar toch zou ik de olie en of gaskachels niet direct willen aanbevelen, de voorkeur gaat uit naar CV verwarming en of elektrisch. Dit alles met een goede thermostaat-vocht regeling.

Lucht (zuurstof)

Als men de kweekruimte zal gaan verwarmen zal de lucht droger worden, men kan dit vrij goed aflezen van een hygrometer. Deze moet in een kweekruimte een aflezing geven tussen de 65 en 70 %. Vele problemen, zelfs de meeste, zijn te wijden aan een te laag zuurstof/vocht gehalte. De hygrometer kan men afstellen boven een bakje water dat kookt dan moet deze aangeven 100% is dit zo dan is uw meter OK. Doe ook uw meter eens uittesten op diverse plaatsen in uw kweekhok, zodat u een gemiddelde heeft van het vocht gehalte in uw ruimte. Het resultaat van een te laag vochtgehalte is afsterven van jonge in het ei, en een te harde eischaal zodat de jongen er niet uit kunnen. Een te hoog vocht gehalte moet men ook zien te vermijden, dit geeft de ziekte kiemen weer een grote kans tot leven. Het vocht kan men goed regelen met o.a..

Elektrische vochtregelaar.

Waterschaaltjes op de radiator.

Voldoende zuurstof regeling in je kweekhok.

Geef vogels dagelijks badwater.

Besproei de eieren bij erg warme temperatuur eens.

Blijf je hygrometer volgen/controleren.

Koppel Zwartmaskerduifjes

Koppel Zwartmaskerduifjes

Deel deze pagina